Je hoort wel eens zeggen dat ogen de vensters van de ziel zijn. Daarbij vraag ik me dan af wat het betekend wanneer deze gesloten zijn. Zijn dan de ogen dicht, of zit er een slot op de vensters, of erger, is de ziel op slot. Ik kan me geen voorstelling maken bij het gesloten zijn van mijn ogen. Mijn ogen zijn steeds alert, ze pikken alles op, net zoals ik hoog gevoelig ben, zien mijn ogen alles. Steeds iedere beweging nemen ze waar, soms zelf zien ze dingen die er zelfs niet altijd zijn. Wanneer ik bv denk aan een spin dan zou ik zomaar een spin kunnen zien lopen in mijn ooghoek, terwijl die spin er helemaal niet is. Dus soms houden mijn ogen mij ook wel eens voor de gek, of is dat mijn mind die mij een btje fuckt. Mijn vensters sluiten lijkt mij helemaal moeilijk. Daarbij kan ik me nog geen voorstelling maken laat staan er iets bij bedenken. Ik reflecteer bijna alles wat ik zie, ik beschouw ook alles wat ik zie als een zintuiglijk wonder. Niets in wat ik aanschouwen mag zie ik als vanzelfsprekend. Steeds is t aanblik anders, niet zozeer in vorm, kleur of geheel, nee juist hoe ik het bekijk. Hoe ik het ervaar om mijn omgeving te mogen zien. Ook al staan bepaalde dingen al weken op de zelfde plek, ik zie steeds wat anders in wat ik aanschouwen mag. Ik realiseer me daarbij dat ik heel veel geluk heb dat ik dat zo mag beleven. Ik heb dit mezelf aangeleerd om te kunnen ontsnappen aan wat ik niet zo graag zag. Juist dat maakt het zo bijzonder. Misschien toch dat stukje mindfuck. En dan mijn ziel. Die ontvangen mag. En mag geven. Mijn zielenvreugd of zielendeugd. Ik kan er geen onderscheid in vinden. Voor mij zijn beide van belang om te ervaren wat ik prettig vind. Maar mijn ziel is voor mij heilig. Niet zozeer als spiegel maar meer als voelsprieten. Ik denk, denk ik, met mijn ziel. Mijn ziel bewaakt mijn gebied. Is echt van mij alleen. Die bepaald wie ik binnen laat of niet, wie mij aan raken mag of niet, wie mij vast mag houden of niet of wie ik juist los mag laten, en wat ik voor gevoel daarbij heb. Ben ik verdrietig, dan is dat zeker te zien in mijn ogen, ben ik moe, dan zullen mijn ogen dat veraden, lach ik dan zijn de kraaienpootjes inmiddels duidelijk zichtbaar, ben ik ongerust of maak ik me zorgen dan zal dat zeker te zien zijn aan mij. Wanneer ik boos ben raken mijn ogen je als een bliksemschicht. Je kan je voorbereiden op een felle onweersbui die vol zit met boosheid, die overgaat naar mate er naar me geluisterd wordt, ik serieus genomen wordt en mezelf tot de orde roep. Opnieuw reflecteer ik bij mezelf en erken mijn tekortkomingen. Duidelijker zul je het aan mij niet zien, dat ik daarin mijn grens aangeef. In dat opzicht ben ik t open boek. Maar mijn ziel, ziet niemand, dat gedeelte van mijn lichaam, geest of mijn zijn is alleen toegankelijk voor mij. Dus mocht ik ooit, om wat voor reden dan ook de vensters naar mijn ziel open zetten, dan zal ik niet meer mezelf zijn. Ik heb dan een stoornis ergens, ik kan niet meer filteren, reflecteren of er is een stoornis in de communicatie tussen gevoel en ervaring. In mijn beleving zullen dan de ogen, de vensters en de ziel gesloten zijn voor ieder vorm van gevoel en zal mijn belevingswereld ver van realisme zijn. Hoe open de ziel ook is, ik heb daarin niets meer toe te voegen. Zo lijkt dat mij....
Liefs Brigitte.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten