vrijdag 27 mei 2016

Oppassen pas op

Iedere vrijdagochtend om een uur of 8 dan verschijnen ze weer. Bepakt en bezakt met tas en lach. T "da da' klinkt al bij de voordeur. Of er gezegd wordt nu weg wezen ik ga spelen. Om een uur of 10 gaan we er even opuit. Frisse neus halen, en op naar de eendjes vijver. Tenminste wanneer t weer t toelaat. Anders gebruiken we de buiten tijd maar binnen. Daar beleven we dan mooie avonturen. Het bouwen van tenten, lopen achter een loopwagentje, spelen met de autootjes, knuffelen, liedjes zingen en verwennen. En wanneer t mooi weer is dan vertoeven we fijn buiten, gaan wandelen, fietsen en op de wipkip in t speeltuintje. Deze momenten zijn erg waardevol. Het leren kennen van je kleinkinderen is toch erg speciaal. Dat was vroeger wel anders. Wanneer ik mijn moeder moet geloven duurde dat wel wat langer dan een vrijdag. Natuurlijk logeerde onze kinderen wel eens bij hun grootouders. Dat was dan ook altijd een feest. Wat later opblijven, fris drinken en chippies.... en nog veel langer geleden logeerde ik ook wel eens bij mijn opa en oma. Soms samen met mijn lieve nichtje. Ook onze oma had een speeltuin achter haar poort. Ik kan me niet anders herinneren dan dat we eigenlijk daar altijd speelde. De glijbaan die heel hoog was, misschien was hij qua hoogte niet heel hoog, maar voor ons als kleine meisjes leek dat zeker wel zo. Onder onze billen legde we dan een matje waardoor het glijden en schuiven over de houten te glijbaan nog sneller ging. De draaimolen waarin we zo dol waren, dat we bij t uitstappen ons zelf goed op de been moesten houden anders liepen we als dronken kinderen naar t volgende speeltoestel. De schommels waren ook ons favoriet, hóe hoger hóe liever, en op t schommelzitje gaan staan en dan schommelen tot dat t touw knikte en je de kriebels in je buik voelde. Dat was dan ook meteen het teken tot zover en nu rustig, om het nadien nog een keer te proberen. Wat hebben we genoten bij opa en oma, ik vond het zelf altijd een feestje om daar te mogen zijn. Oppassen is iets anders dan logeren, wordt wel eens gezegd! Ja dat is zeker zo, logeren deed je hooguit 4X per jaar maar oppassen doe ik 1X per week. Ik ben dan wel geen opvoeder meer, maar vind het belangrijk om de pedagogisch onderlegde opvoed techniek ook toe te passen. Wanneer ik kijk naar mezelf dan ben ik zeker niet veel groter geworden dan vroeger dat meisje, voor mij zijn hoge dingen nog a!tijd hoog en groot, maar ik kan blij zijn dat ik het kind in mij nog altijd vinden kan. Ik hoef niet zover te zoeken, ze zit erg aan de oppervlakte. Net als Hansje, Pansje, Kevertje.. op t hek, en waar mogelijk nog vol kattenkwaad mag zijn. Ik verheug me erop om dat nog jaren te mogen volhouden.

donderdag 26 mei 2016





Niks is zo mooi dan t gegeven te hebben dat geluk voor t oprapen ligt. Je pikt het op, je analyseert de term, je speelt ermee, links om of rechts om, enkelvoud of meervoud en maakt het je eigen. Geluk…. Wat is dat eigenlijk, vragen we ons veelvuldig af. Kun je het ruiken, voelen, aanraken, zien, horen of misschien zelfs beleven. Het is natuurlijk maar net wat je onder geluk verstaat. De één wordt gelukkig van de zonnestralen op je gezicht, waarbij de ander meteen een zonnebril opzet om scherp te kunnen blijven zien. Weer iemand wordt gelukkig van de lach ven een kind, dat doorklinkt in huis en je een gevoel geeft dat je leeft, en weer een ander beseft dat geluk in een klein hoekje zit, wanneer je het ziet, voelt, raakt, hoort, ruikt of beleeft je er met volle teugen van wil genieten en het niet meer los wil laten. Geen korreltje mag tussen je vingers wegglippen, je houd het krampachtig vast en de angst dat t geluk je weer verlaat is daarbij erg groot. Toch spelen we vaak met geluk. We hebben t geluk om te kunnen deelnemen aan t leven, de adem hebben om te uit te ademen, de ogen hebben om het te kunnen zien, de zintuigen bezitten om t te kunnen voelen. Wat te denken van meegaan aan de dagelijkse flow, spreekt dat niet vanzelf dat t geluk is. Het geluk om te bezitten van materialistische zaken is daarentegen geeft ook niet altijd het gewenste gevoel. Liefde te voelen kan een vorm van geluk zijn, het voelen van tederheid, compassie en saamhorigheid dat wordt vaak als geluk makend omschreven. Dus wanneer iemand deze dingen als essentieel ziet om geluk te ervaren, wordt er al niet meer verder daarover na gedacht. Maar echt geluk, dat gevoel dat diep in je huist, je warmte en geborgenheid geeft daar in verschillen we nog al eens van mening. Het geluksgevoel kun je dan ook heel erg moeilijk omschrijven, de lach die die 18 uur per dag om je lippen krult is niet een vorm van uiting van geluk. Naar mijn mening zit er veel meer achter, ook al geven we dat niet gauw toe. We durven ook niet altijd en overal voor ons geluk uit te komen. We zouden iemand kunnen kwetsen daarin, en daarmee het geluk van een ander kunnen bagatelliseren. Geluk is net zo persoonlijk als het merk tandpasta dat we gebruiken of de keuze maken tussen volle melk en halfvolle. Zoveel keuzes, zoveel meningen en zoveel vormen van geluk. Wanneer het gevoel van geluk jou pad kruist, en zelf weet je dan vaak al dat dit het is, schroom dan niet, raak het aan, beleef het en ondervind of en hoe je het mag gebruiken om je gevoel te voeden van gelukkig zijn. k is als een herkenbaar middel dat er voor mij voor zorgt dat ik bij de tijd blijf. Ook nu wanneer ik de nieuwste songs hoor denk ik wel eens, was ik nog maar jong. Een tijdje heb ik ook gehouden van de nieuwe housemuziek. De beat deed iets in mijn hoofd, er kwam een gevoel bij kijken of ik alles los kon laten. Dansen kon je der niet op maar je lijf en benen konden het ook niet laten om stil te blijven staan. Het zette je aan tot rare movements van je armen en benen. Meestal handen in de lucht en door je knieën zakken en kleine stapjes met je voeten. Het ritme voel je ook echt binnen komen. Sommige jongelui kunnen dat uren volhouden, dat is aan mij niet besteed, één nummer, of set zoals dat genoemd wordt (kan ook 50 minuten duren) is voor mij meer dan voldoende. En ga graag over weer naar de vertrouwde klanken. Maar muziek maken is ook een mooie beleving. Een aantal jaar heb ik schuiftrombone gespeeld. Ik wist niet dat ik t in me had. Wist geeneens dat ik noten kon lezen, laat staan dat overbrengen op mijn schuif en er dan ook nog samen met een groep mede muzikanten een lied neerzetten. Het samenspel van muzikanten, instrumenten en plezier in muziek maken verbaasd me nu nog. Wat je graag wil kan je ten gehore brengen. Soms waren dat vrij pittige muziek stukken, het duurde even voordat we ze onder de knie hadden, maar eenmaal goed geoefend en met de nodige durf kwam er een mooi stukske muziek tevoorschijn. Het geeft ook ontspanning, en t maakt dat je een goede ademhaling krijgt wanneer je een blaasinstrument bespeeld. Dus eigenlijk is het nog gezond ook. Later toen ik geen muziek meer maakte heb ik het zeker gemist, niet alleen t muziek maken zelf maar de saamhorigheid, t samen spelen, t samen doen en er samen voor zorgen dat het goed kwam met de noten in de juiste volgorde spelen. Toch heb ik nu ook nog steeds wat met muziek. Ik zing in een popkoor. Is welleswaar een heel andere genre maar heeft wel degelijk ook met muziek te maken. Ook ieder zijn eigen partij, en dat maakt een simpel lied tot iets heel moois. Maar steeds weer dat samenspel tussen mensen, met hun instrumenten, hun stemmen, maakt dat je er wat van kan maken, als je maar je best doet en het heel graag wil. Dat zouden meer mensen moeten doen, samen er iets van maken, dan zou de wereld er een stuk mooier en vrolijker uitzien. Liefs Brigitte

woensdag 25 mei 2016

Bla bla bla


De verhalen over ooit eens en later, wat we allemaal met die tijd zullen gaan doen, hebben een grote invloed op ons dagelijks functioneren. We dromen allemaal van een gezonde oude dag, een zondag middag, een huis vol kinderen en wanneer het hen gegeven is, onze kleinkinderen. De koffie, het koekje, later het pilske en een wijntje. En wanneer t kan iedereen laten mee-eten aan de grote tafel in de huiskamer. De stamtafel genoemd, want die vorm en afmeting zal hij zeker moeten hebben.  Verhalen over en weer, van de promotie tot salaris verhoging, van schoolprestaties tot de gebeurtenissen in de straat waar je kinderen wonen. Van ziekte tot genezing en soms frustraties uiten naar collega of buurman. En ik, ik zit en luister, met mijn handen in mijn schoot, kijk af en toe op naar degenen die antwoord geeft, kijk wat rond naar de gezichten van onze tafelgenoten, en zwijg… Dat zal dus niet gebeuren, ik ben dus iemand die niet zwijgen zal, ik laat mijn stem gelden en horen, ik vertel nu eenmaal graag, of ik gehoord wordt is weer een ander verhaal, maar vanaf dag één dat ik praten kon, ben ik begonnen en volgens mijn moeder, ben ik blijven praten. Ook lachen, dat is dan ook mijn handelsmerk heeft iemand mij eens verteld. Maar wanneer ik ook maar een klein beetje realistisch denk, dan zullen zeker er momenten zijn dat we allemaal bij elkaar zijn, die momenten zal ik dan ook zeker koesteren. Maar door alle nieuwe communicatie middelen van deze tijd, komen mijn kinderen niet meer aan mijn stamtafel hun verhaal doen, er wordt wat af ge-appt op de family-app. Foto’s van onze kleinkinderen, vragen over oppasdagen, mededelingen over werktijden, berichtjes uit de plaatselijke kranten die we toch zeker niet mogen missen, ook gewoon de vraag van hoe is t, of hoe was het vandaag bij die en die? Veel onderwerpen hebben dus al de revue gepasseerd eer mijn stamtafel vol zit. Wanneer ik daar aan denk is alles toch in een sneltreinvaart gegaan, de communicatie is een middel om in contact te blijven, wanneer je die mist, en dan niet het missen van het er niet zijn maar eerder van het niet oppikken, blijft er een gat tussen zitten, ergens in t verleden ben je gestopt met het oppikken van gesprekken, en wat er daarna besproken wordt komt dan niet meer binnen, je hebt de klok horen luiden maar weet niet waar de klepel hangt, de verbinding is weggevallen, je bent de draad kwijt, geen wifi. Alle vier voorbeelden van gebrekkige communicatie, in de ruimste zin van t woord…. klokluiden om aankondiging te doen ergens in 1800, verbinding viel weg in 1940-1945, de draad aan onze telefoon waren we begin jaren 90 van de vorige eeuw kwijt, en de wifi die hapert is van deze tijd.  Communicatie is dus van alle tijden, zonder communiceren bereik je niets, kom je niet verder dan wat er binnen in je zelf gebeurd. Het enige wat je dan nog hoort is waarschijnlijk het suizen van het bloed in je hoofd, dus mocht je denken dat de communicatie veel te gek geworden is dan bedenk dat praten aangeleerd is daarvoor en niet om stil te zijn...... k is als een herkenbaar middel dat er voor mij voor zorgt dat ik bij de tijd blijf. Ook nu wanneer ik de nieuwste songs hoor denk ik wel eens, was ik nog maar jong. Een tijdje heb ik ook gehouden van de nieuwe housemuziek. De beat deed iets in mijn hoofd, er kwam een gevoel bij kijken of ik alles los kon laten. Dansen kon je der niet op maar je lijf en benen konden het ook niet laten om stil te blijven staan. Het zette je aan tot rare movements van je armen en benen. Meestal handen in de lucht en door je knieën zakken en kleine stapjes met je voeten. Het ritme voel je ook echt binnen komen. Sommige jongelui kunnen dat uren volhouden, dat is aan mij niet besteed, één nummer, of set zoals dat genoemd wordt (kan ook 50 minuten duren) is voor mij meer dan voldoende. En ga graag over weer naar de vertrouwde klanken. Maar muziek maken is ook een mooie beleving. Een aantal jaar heb ik schuiftrombone gespeeld. Ik wist niet dat ik t in me had. Wist geeneens dat ik noten kon lezen, laat staan dat overbrengen op mijn schuif en er dan ook nog samen met een groep mede muzikanten een lied neerzetten. Het samenspel van muzikanten, instrumenten en plezier in muziek maken verbaasd me nu nog. Wat je graag wil kan je ten gehore brengen. Soms waren dat vrij pittige muziek stukken, het duurde even voordat we ze onder de knie hadden, maar eenmaal goed geoefend en met de nodige durf kwam er een mooi stukske muziek tevoorschijn. Het geeft ook ontspanning, en t maakt dat je een goede ademhaling krijgt wanneer je een blaasinstrument bespeeld. Dus eigenlijk is het nog gezond ook. Later toen ik geen muziek meer maakte heb ik het zeker gemist, niet alleen t muziek maken zelf maar de saamhorigheid, t samen spelen, t samen doen en er samen voor zorgen dat het goed kwam met de noten in de juiste volgorde spelen. Toch heb ik nu ook nog steeds wat met muziek. Ik zing in een popkoor. Is welleswaar een heel andere genre maar heeft wel degelijk ook met muziek te maken. Ook ieder zijn eigen partij, en dat maakt een simpel lied tot iets heel moois. Maar steeds weer dat samenspel tussen mensen, met hun instrumenten, hun stemmen, maakt dat je er wat van kan maken, als je maar je best doet en het heel graag wil. Dat zouden meer mensen moeten doen, samen er iets van maken, dan zou de wereld er een stuk mooier en vrolijker uitzien. Liefs Brigitte

maandag 23 mei 2016



Muziek loopt als een rode draad door mijn leven. De klanken van popmuziek op de eerste plaats. Vaak brengt het mij weer terug in mijn jongere jaren, en kan ik bijna t gevoel voelen wat ik toen beleefde. De klanken van mijn favoriete popgroepen, met de gillende gitaren en drumsolo’s herken ik dan ook meteen. Waan me daarbij even terug in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. T fenomeen muziek is als een herkenbar middel dat er voor mij voor zorgt dat ik bij de tijd blijf. Ook nu wanneer ik de nieuwste songs hoor, denk ik wel eens, was ik nog maar jong en onbezonnen. Een tijdje heb ik ook gehouden van House Muziek. De beat deed iets in en met mijn hoofd, er kwam een gevoel bij kijken of ik alles los kon laten. Dansen kon je er niet op, maar je lijf en benen konden het ook niet laten om stil te blijven staan. Het zette je aan tot rare mouvementen van je armen en benen. Meestal je handen in de lucht en door je knieën zakken, en kleine stapjes met je voeten maken. Het ritme voel je ook echt binnen komen. Sommige jongelui kunnen dat uren volhouden, dat is aan mij niet besteed. Een nummer of set zoals dat genoemd wordt (kan soms ook wel 50 minuten duren) is voor mij dan al meer dan voldoende. Daarna ga ik graag weer over op de vertrouwde klanken. Muziek maken is ook een beleving een emotie. Een aantal jaren heb ik schuiftrombone gespeeld. Ik wist niet dat ik dat in me had, wist geeneens dat ik noten lezen kon, laat staan dat overbrengen op mijn schuif en er dan nog samen met een groep mede muzikanten een lied neer zetten. Het samenspel van muzikanten, instrumenten en plezier hebben in t maken van muziek doet me tot op de dag nog steeds van mezelf versteld staan, en verbaasd me nu nog. Wat je graag wil kan je ten gehore brengen. Soms waren dat vrij pittige muziekstukken, die even duurde voordat we ze onder de knie hadden, maar eenmaal goed geoefend en met de nodige durf kwam er een mooi stukske muziek tevoorschijn. Het geeft ook de nodige ontspanning, en het zorgt ervoor dat je een goede ademhaling  krijgt wanneer je een blaasinstrument bespeeld. Dus hiermee verbeter je zonder dat je t in de gate hebt je gezondheid. Later toen ik geen muziek meer maakte heb ik dat zeker gemist, niet alleen t muziek maken zelf  maar eerder de saamhorigheid, t samen spelen. Toch blijf ik wat houden met muziek. Tegenwoordig zing ik in een popkoor. Is weliswaar een totaal ander genre, maar t heeft ook wel degelijk met muziek te maken. Ieder zingt zijn eigen partij, en dat maakt een simpel lied tot iets heel moois. Steeds weer dat samenspel tussen mensen, met hun instrumenten, hun stemmen maakt dat je wat bereikt, wanneer je je best doet en graag wil. Dat zouden veel meer mensen moeten doen, samen werken, samen er iets van maken. Alleen ga je sneller, maar samen kom je verder, dan zou t leven er een stuk leuker en ontspannener uit zien.  k is als een herkenbaar middel dat er voor mij voor zorgt dat ik bij de tijd blijf. Ook nu wanneer ik de nieuwste songs hoor denk ik wel eens, was ik nog maar jong. Een tijdje heb ik ook gehouden van de nieuwe housemuziek. De beat deed iets in mijn hoofd, er kwam een gevoel bij kijken of ik alles los kon laten. Dansen kon je der niet op maar je lijf en benen konden het ook niet laten om stil te blijven staan. Het zette je aan tot rare movements van je armen en benen. Meestal handen in de lucht en door je knieën zakken en kleine stapjes met je voeten. Het ritme voel je ook echt binnen komen. Sommige jongelui kunnen dat uren volhouden, dat is aan mij niet besteed, één nummer, of set zoals dat genoemd wordt (kan ook 50 minuten duren) is voor mij meer dan voldoende. En ga graag over weer naar de vertrouwde klanken. Maar muziek maken is ook een mooie beleving. Een aantal jaar heb ik schuiftrombone gespeeld. Ik wist niet dat ik t in me had. Wist geeneens dat ik noten kon lezen, laat staan dat overbrengen op mijn schuif en er dan ook nog samen met een groep mede muzikanten een lied neerzetten. Het samenspel van muzikanten, instrumenten en plezier in muziek maken verbaasd me nu nog. Wat je graag wil kan je ten gehore brengen. Soms waren dat vrij pittige muziek stukken, het duurde even voordat we ze onder de knie hadden, maar eenmaal goed geoefend en met de nodige durf kwam er een mooi stukske muziek tevoorschijn. Het geeft ook ontspanning, en t maakt dat je een goede ademhaling krijgt wanneer je een blaasinstrument bespeeld. Dus eigenlijk is het nog gezond ook. Later toen ik geen muziek meer maakte heb ik het zeker gemist, niet alleen t muziek maken zelf maar de saamhorigheid, t samen spelen, t samen doen en er samen voor zorgen dat het goed kwam met de noten in de juiste volgorde spelen. Toch heb ik nu ook nog steeds wat met muziek. Ik zing in een popkoor. Is welleswaar een heel andere genre maar heeft wel degelijk ook met muziek te maken. Ook ieder zijn eigen partij, en dat maakt een simpel lied tot iets heel moois. Maar steeds weer dat samenspel tussen mensen, met hun instrumenten, hun stemmen, maakt dat je er wat van kan maken, als je maar je best doet en het heel graag wil. Dat zouden meer mensen moeten doen, samen er iets van maken, dan zou de wereld er een stuk mooier en vrolijker uitzien. Liefs Brigitte

 
Zachtjes met mijn lievelingsmuziek op de achtergrond overdenk ik wat er van dit kleine meisje wat ik ooit was geworden is. Terug kijkend op mijn leven met mijn ouders en broertje wonen in een dorp waar veel te doen was heb ik t er erg fijn gehad. Geboren in 1962 en maakte ik mijn pap en mam ouders. Opgegroeid in een huis dat aan de rand van ons dorp stond, daar had ik alle vrijheid om lekker de landerijen in te trekken en te leren fietsen in een rustige straat even verder op. Leren schaatsen op de bevroren sloten langs de weilanden, naar school gaan in een straat tegenover mijn ouderlijke woning, vriendinnen naast me en aan de overkant op halen, mijn opa of mama zette ons dan veilig de drukke straat over. Na schooltijd was er altijd wel iemand om me weer de drukke straat helpen oversteken, dus t was een veilige omgeving voor me, ik heb me daar altijd prettig bij gevoeld, en dat geeft nu weer dat ik daardoor ook positief in t leven probeer te staan. Ook ging ik wel eens naar de buurvrouw toe, waar altijd wel wat te doen was, zij had haar grote zonen thuis die het naar mijn mening wel gezellig vonden als ik even gewoon aan kwam waaien en haar tante buurvrouw noemde. Later toen ik wat groter werd ging ik op de fiets naar een vriendin die naast de spoorlijn woonde, of naar de vriendin die een paar straten verderop woonde, weliswaar opnieuw de drukke weg over, maar was toen op een leeftijd om zelf de weg over te mogen en kunnen steken. T was erg oppassen want het was de weg die via Den Bosch naar Eindhoven liep en destijds erg druk was. Later als tienermeisje ben ik verhuist met mijn ouders naar een ander huis in een andere straat, wel in de zelfde parochie zoals dat toen heette. Daar heb ik niet meer echt gespeeld. In een korte periode veranderde ik door een ingrijpende gebeurtenis in een jonge vrouw die worstelde met haar emoties en gevoel, deze gebeurtenis is kenmerkend voor de rest van mijn leven geweest. Het jonge meisje dat in mijn geboortehuis woonde is nooit mee verhuist naar het nieuw thuis….. Daar kwam een ander voor in de plaats…. Vanuit het nieuwe huis heb ik de laatste jaren van de middelbare school bezocht, ging ik een beroep kiezen, mijn eigen weg uitstippelen, keuzes maken, en vooral niet te veel nadenken over wat er komen ging, ik was jong, deed onbezonnen dingen, maakte verkeerde keuzes, leerde daarvan en ging door. Soms denk ik dan nu wel eens zou ik, als ik destijds beter nagedacht had nu anders in t leven hebben gestaan. Niet dat ik spijt heb, integendeel zelfs, maar zou ik dan de dingen die later op mijn pad gekomen zijn anders benaderd hebben. Beter voorbereid zijn geweest op de situatie waarin we nu zijn, anders gekozen hebben. De muziek speelt door, ik neurie wat mee op Go Your Own Way met Fleedwood Mac, denkend aan t gevoel wat je toen had bij t horen en beleven van deze nummers, de vrijheid die dat mee bracht. Ik sluit even mijn ogen en zie me nog in mijn meisjes slaapkamer, Juliën Clerc op de deur, een wand behangen met een afbeelding van een bos, de andere wand vol met popfoto posters, Chris Norman, Susie Q, Queen, Fleedwood Mac, Rolling Stones, The Police, David en Shaun Cassidy, David Bowie, Abba, Bonny Taylor, Golden Earing…..Een mix van muziek waarvan ik nu zeg wat een mix van lief en net niet lief, erg uiteenlopend, symbolisch voor mij…. Iedereen te vriend zien….. laat ik dan nu net denken dat ik dat mijn hele leven al probeert te zijn, van alle markten thuis, begrijpen wat er omgaat in de mensen die mij dierbaar zijn en waren, maar bovenal nooit niet precies weten waar ik stond toen. Ik maak mijn keuzes vandaag de dag op gevoel, wat ik zelf denk, dus het is uiteindelijk wel goed gekomen, maar soms dan vraag ik me toch af of als ik andere keuzes had gemaakt niet beter af was geweest…. Nu zeg ik volmondig nee, dit is goed, zo hoort t te zijn, hier hoor ik thuis….Ik mag zijn wie ik ben, ik hou van mezelf, ik mag mezelf ondanks mijn verkeerde keuzes, mijn beslissingen die ik baseer op mijn gevoel, Trots ben ik erop, dat ik dat toch maar kan, hier zaken draaiende houden, en tegelijk er voor zorgen dat ik zelf ook mijn plekje heb, in mijn muziek, en kan nog steeds uit mijn dak gaan alsof niemand kijkt, mee zingen alsof niemand mij hoort, genieten alsof ik nog nooit gekwetst ben, en leven of het mijn laatste dag is.

Voetbal


Voetbal.

Wanneer je over voetbal praat dan heb je de gemoederen zo aangewakkerd. De een is voor A, de ander ziet liever Z, en daar tussen zit nog een heel arsenaal aan rennende jochies die gedreven achter een bal lopen of hun leven ervan af hangt. Tenminste, dat wordt van hen verwacht, of ze ook dat als zodanig doen ook daar kunnen de gemoederen aardig verhit van worden. Het miljoenen elftal is tot op heden nog niet uitgevonden, want ieder jaar vechten 18 teams om een titel of cup. Ieder weekend van vrijdag avond tot zondag laat in de middag gaan er 36 teams de strijd aan met…. in mijn ogen zich zelf. De eerste voetbal ervaring deed ik op toen ik een kind was als dochter van een voetbalminnende vader. Om de 14 dagen op zondagmiddag met mijn ouders en broertje te voet naar t voetbalveld van de plaatselijke club. Aan de hand mee huppelend, kaatsenballen mee, springtouw mee of schoenpoetsblikje met zand om te hinkelen, en daar ging ik. Aangekomen op t voetbalterrein zoals dat toen nog genoemd mocht worden, ging ik al gauw mijn eigen gang. Op zoek naar slachtoffer die mee wilde spelen. De meeste meisjes deden dan wel even mee, maar al die dingen die ik zelf meezeulde konden mij toch niet al te lang bezighouden. Ik speelde graag in de bossen langs de lijn, letterlijk en figuurlijk. Mijn ouders waren zich er wel terdege van bewust dat hun dochter niet een echte voetbal liefhebber was, maar lieten mij vrij om daar toch heerlijk te spelen en te genieten met andere kinderen. Zo is dat jaren door gegaan, mee naar voetbal, en daarna wat drinken in de kantine, een zakje nibit of in de zomer een ijsco en ik was al lang tevreden zolang ik maar niet langs de lijn hoefde te staan maar mocht spelen aan de andere lijn, de spoorlijn. Jaren later gaat het ongeveer ook zo, maar dan net andersom. Als moeder van 2 zoons ervoer ik dat t voetbalbloed toch ook hen besmet had. Al was hun vader destijds totaal geen voetballiefhebber, toch kozen mijn zoons de balsport als hun hobby. Beide jongens konden een aardig balletje trappen, ze hadden inzicht, waren sportief, hadden vriendjes bij voetbal, waren balbewust, speelde met de bal en gingen zelfs wanneer de bal de juiste kleur en het juiste embleem had ermee slapen. Ik als hun moeder stond iedere zaterdagochtend op t sportpark, zo was inmiddels t voetbalterrein gaan heten. Van 8.45 uur tot 12.00 uur stond ik daar te kijken naar een groepje jongetjes die als een kluitje over t veld holden met daartussen ergens een bal. Een keepertje in t doel dat madeliefjes plukte wanneer er geen bal in de buurt was, of een duik maakte naar de verkeerde kant wanneer er een bal op doel kwam. Vaak hoorde je dan vaders, moeders, oma’s opa’s roepen en coachen tegelijkertijd. Ik heb dat nooit begrepen, of dat die kleintjes enig zicht hadden op wat er naast t veld gebeurde, ze waren te druk met het vinden van de bal in de grote ruimte waarop ze liepen. Nog geen weet van buitenspel, swalbe of wat er nog maar meer voor kon zorgen waardoor een spel werd stil gelegd. Dat was zonde van de tijd, we komen om voetbal te spelen, niet om rond te kijken wat er gebeurd als de bal gepakt wordt door de scheidsrechter. De uitslag van de wedstrijd was ook van belang, zover was hun gedrevenheid wel aangewakkerd, wonnen ze met 7-2 dan rees al gauw de vraag of de keeper van de tegenstander met vakantie was, verloren ze met 2-7 dan was de mededeling dat t toch wel erg grote jongens waren waar tegen ze zojuist gepeeld hadden, bleef de stand gelijk dan zag je blije gezichtjes, waarvan afgelezen kon worden dat ze tevreden waren. De talentjes bleven voetballen, speelde van de Fjes tot het senioren 5, en een competitie binnen een vriendengroep. Maar de lol van t voetbal bleef er wel in zitten. Later werden de uitslagen natuurlijk heel anders beoordeeld, het was niet de tegenstander die te groot was wanneer er verloren werd, maar de “scheids” had het gedaan. Een gewonnen wedstrijd werd heel cool bekeken, dat was stoer, en gelijkspel leek wel of er niet gevoetbald was, want het had je nergens gebracht. Ook werd er op een andere manier voetbal beleeft en werd voetbal oorlog genoemd, werd er buitenspel uitgelokt, werd swalbe ingezet om de tegenstander te provoceren en was t fluitsignaal van de scheidsrechter een middel om de wedstrijd stil te leggen waarbij er verbaal veel uitingen gedaan werden waardoor de wedstrijd nog langer stil kwam te liggen. Dit is in zo’n groot contrast met de zelfde gebeurtenissen 20 jaar daarvoor, dat je je afvraagt of t ooit tot de jongens is doorgedrongen dat t gewoon een spelletje is. Net zoals al die miljonairtjes nu, die ieder weekend hun slag proberen te slaan in de dure stadions, ieder voor zich een wedstrijdje uitvechten, als kleine zelfstandige een eenling zijn in een voetbalteam, hun zaakgelastigde de opdracht geven om een kijkje te gaan nemen elders in de wereld, zichzelf als over t spreekwoordelijk paard getild gedrag vertoont, maar nooit meer terug denken aan de tijd dat ze als klein jongetje, als een kluitje over een veld holde, met daartussen ergens een bal rollend of als keepertje madeliefjes plukte.