Iedere vrijdagochtend om een uur of 8 dan verschijnen ze weer. Bepakt en bezakt met tas en lach. T "da da' klinkt al bij de voordeur. Of er gezegd wordt nu weg wezen ik ga spelen. Om een uur of 10 gaan we er even opuit. Frisse neus halen, en op naar de eendjes vijver. Tenminste wanneer t weer t toelaat. Anders gebruiken we de buiten tijd maar binnen. Daar beleven we dan mooie avonturen. Het bouwen van tenten, lopen achter een loopwagentje, spelen met de autootjes, knuffelen, liedjes zingen en verwennen. En wanneer t mooi weer is dan vertoeven we fijn buiten, gaan wandelen, fietsen en op de wipkip in t speeltuintje. Deze momenten zijn erg waardevol. Het leren kennen van je kleinkinderen is toch erg speciaal. Dat was vroeger wel anders. Wanneer ik mijn moeder moet geloven duurde dat wel wat langer dan een vrijdag. Natuurlijk logeerde onze kinderen wel eens bij hun grootouders. Dat was dan ook altijd een feest. Wat later opblijven, fris drinken en chippies.... en nog veel langer geleden logeerde ik ook wel eens bij mijn opa en oma. Soms samen met mijn lieve nichtje. Ook onze oma had een speeltuin achter haar poort. Ik kan me niet anders herinneren dan dat we eigenlijk daar altijd speelde. De glijbaan die heel hoog was, misschien was hij qua hoogte niet heel hoog, maar voor ons als kleine meisjes leek dat zeker wel zo. Onder onze billen legde we dan een matje waardoor het glijden en schuiven over de houten te glijbaan nog sneller ging. De draaimolen waarin we zo dol waren, dat we bij t uitstappen ons zelf goed op de been moesten houden anders liepen we als dronken kinderen naar t volgende speeltoestel. De schommels waren ook ons favoriet, hóe hoger hóe liever, en op t schommelzitje gaan staan en dan schommelen tot dat t touw knikte en je de kriebels in je buik voelde. Dat was dan ook meteen het teken tot zover en nu rustig, om het nadien nog een keer te proberen. Wat hebben we genoten bij opa en oma, ik vond het zelf altijd een feestje om daar te mogen zijn. Oppassen is iets anders dan logeren, wordt wel eens gezegd! Ja dat is zeker zo, logeren deed je hooguit 4X per jaar maar oppassen doe ik 1X per week. Ik ben dan wel geen opvoeder meer, maar vind het belangrijk om de pedagogisch onderlegde opvoed techniek ook toe te passen. Wanneer ik kijk naar mezelf dan ben ik zeker niet veel groter geworden dan vroeger dat meisje, voor mij zijn hoge dingen nog a!tijd hoog en groot, maar ik kan blij zijn dat ik het kind in mij nog altijd vinden kan. Ik hoef niet zover te zoeken, ze zit erg aan de oppervlakte. Net als Hansje, Pansje, Kevertje.. op t hek, en waar mogelijk nog vol kattenkwaad mag zijn. Ik verheug me erop om dat nog jaren te mogen volhouden.
vrijdag 27 mei 2016
donderdag 26 mei 2016
Niks is zo mooi dan t
gegeven te hebben dat geluk voor t oprapen ligt. Je pikt het op, je analyseert
de term, je speelt ermee, links om of rechts om, enkelvoud of meervoud en maakt
het je eigen. Geluk…. Wat is dat eigenlijk, vragen we ons veelvuldig af. Kun je
het ruiken, voelen, aanraken, zien, horen of misschien zelfs beleven. Het is
natuurlijk maar net wat je onder geluk verstaat. De één wordt gelukkig van de
zonnestralen op je gezicht, waarbij de ander meteen een zonnebril opzet om
scherp te kunnen blijven zien. Weer iemand wordt gelukkig van de lach ven een
kind, dat doorklinkt in huis en je een gevoel geeft dat je leeft, en weer een
ander beseft dat geluk in een klein hoekje zit, wanneer je het ziet, voelt,
raakt, hoort, ruikt of beleeft je er met volle teugen van wil genieten en het
niet meer los wil laten. Geen korreltje mag tussen je vingers wegglippen, je
houd het krampachtig vast en de angst dat t geluk je weer verlaat is daarbij
erg groot. Toch spelen we vaak met geluk. We hebben t geluk om te kunnen
deelnemen aan t leven, de adem hebben om te uit te ademen, de ogen hebben om
het te kunnen zien, de zintuigen bezitten om t te kunnen voelen. Wat te denken
van meegaan aan de dagelijkse flow, spreekt dat niet vanzelf dat t geluk is.
Het geluk om te bezitten van materialistische zaken is daarentegen geeft ook
niet altijd het gewenste gevoel. Liefde te voelen kan een vorm van geluk zijn,
het voelen van tederheid, compassie en saamhorigheid dat wordt vaak als geluk
makend omschreven. Dus wanneer iemand deze dingen als essentieel ziet om geluk
te ervaren, wordt er al niet meer verder daarover na gedacht. Maar echt geluk,
dat gevoel dat diep in je huist, je warmte en geborgenheid geeft daar in
verschillen we nog al eens van mening. Het geluksgevoel kun je dan ook heel erg
moeilijk omschrijven, de lach die die 18 uur per dag om je lippen krult is niet
een vorm van uiting van geluk. Naar mijn mening zit er veel meer achter, ook al
geven we dat niet gauw toe. We durven ook niet altijd en overal voor ons geluk
uit te komen. We zouden iemand kunnen kwetsen daarin, en daarmee het geluk van
een ander kunnen bagatelliseren. Geluk is net zo persoonlijk als het merk
tandpasta dat we gebruiken of de keuze maken tussen volle melk en halfvolle.
Zoveel keuzes, zoveel meningen en zoveel vormen van geluk. Wanneer het gevoel
van geluk jou pad kruist, en zelf weet je dan vaak al dat dit het is, schroom
dan niet, raak het aan, beleef het en ondervind of en hoe je het mag gebruiken om je
gevoel te voeden van gelukkig zijn. k
is als een herkenbaar middel dat er voor mij voor zorgt dat ik bij de tijd
blijf. Ook nu wanneer ik de nieuwste songs hoor denk ik wel eens, was ik nog
maar jong. Een tijdje heb ik ook gehouden van de nieuwe housemuziek. De beat
deed iets in mijn hoofd, er kwam een gevoel bij kijken of ik alles los kon
laten. Dansen kon je der niet op maar je lijf en benen konden het ook niet
laten om stil te blijven staan. Het zette je aan tot rare movements van je
armen en benen. Meestal handen in de lucht en door je knieën zakken en kleine
stapjes met je voeten. Het ritme voel je ook echt binnen komen. Sommige
jongelui kunnen dat uren volhouden, dat is aan mij niet besteed, één nummer, of
set zoals dat genoemd wordt (kan ook 50 minuten duren) is voor mij meer dan
voldoende. En ga graag over weer naar de vertrouwde klanken. Maar muziek maken
is ook een mooie beleving. Een aantal jaar heb ik schuiftrombone gespeeld. Ik
wist niet dat ik t in me had. Wist geeneens dat ik noten kon lezen, laat staan
dat overbrengen op mijn schuif en er dan ook nog samen met een groep mede
muzikanten een lied neerzetten. Het samenspel van muzikanten, instrumenten en
plezier in muziek maken verbaasd me nu nog. Wat je graag wil kan je ten gehore
brengen. Soms waren dat vrij pittige muziek stukken, het duurde even voordat we
ze onder de knie hadden, maar eenmaal goed geoefend en met de nodige durf kwam
er een mooi stukske muziek tevoorschijn. Het geeft ook ontspanning, en t maakt
dat je een goede ademhaling krijgt wanneer je een blaasinstrument bespeeld. Dus
eigenlijk is het nog gezond ook. Later toen ik geen muziek meer maakte heb ik
het zeker gemist, niet alleen t muziek maken zelf maar de saamhorigheid, t
samen spelen, t samen doen en er samen voor zorgen dat het goed kwam met de
noten in de juiste volgorde spelen. Toch heb ik nu ook nog steeds wat met
muziek. Ik zing in een popkoor. Is welleswaar een heel andere genre maar heeft
wel degelijk ook met muziek te maken. Ook ieder zijn eigen partij, en dat maakt
een simpel lied tot iets heel moois. Maar steeds weer dat samenspel tussen
mensen, met hun instrumenten, hun stemmen, maakt dat je er wat van kan maken,
als je maar je best doet en het heel graag wil. Dat zouden meer mensen moeten
doen, samen er iets van maken, dan zou de wereld er een stuk mooier en
vrolijker uitzien. Liefs Brigitte
woensdag 25 mei 2016
Bla bla bla
De verhalen over ooit
eens en later, wat we allemaal met die tijd zullen gaan doen, hebben een grote
invloed op ons dagelijks functioneren. We dromen allemaal van een gezonde oude
dag, een zondag middag, een huis vol kinderen en wanneer het hen gegeven is,
onze kleinkinderen. De koffie, het koekje, later het pilske en een wijntje. En
wanneer t kan iedereen laten mee-eten aan de grote tafel in de huiskamer. De
stamtafel genoemd, want die vorm en afmeting zal hij zeker moeten hebben. Verhalen over en weer, van de promotie tot
salaris verhoging, van schoolprestaties tot de gebeurtenissen in de straat waar
je kinderen wonen. Van ziekte tot genezing en soms frustraties uiten naar
collega of buurman. En ik, ik zit en luister, met mijn handen in mijn schoot,
kijk af en toe op naar degenen die antwoord geeft, kijk wat rond naar de
gezichten van onze tafelgenoten, en zwijg… Dat zal dus niet gebeuren, ik ben
dus iemand die niet zwijgen zal, ik laat mijn stem gelden en horen, ik vertel
nu eenmaal graag, of ik gehoord wordt is weer een ander verhaal, maar vanaf dag
één dat ik praten kon, ben ik begonnen en volgens mijn moeder, ben ik blijven
praten. Ook lachen, dat is dan ook mijn handelsmerk heeft iemand mij eens
verteld. Maar wanneer ik ook maar een klein beetje realistisch denk, dan zullen
zeker er momenten zijn dat we allemaal bij elkaar zijn, die momenten zal ik dan
ook zeker koesteren. Maar door alle nieuwe communicatie middelen van deze tijd,
komen mijn kinderen niet meer aan mijn stamtafel hun verhaal doen, er wordt wat
af ge-appt op de family-app. Foto’s van onze kleinkinderen, vragen over
oppasdagen, mededelingen over werktijden, berichtjes uit de plaatselijke
kranten die we toch zeker niet mogen missen, ook gewoon de vraag van hoe is t,
of hoe was het vandaag bij die en die? Veel onderwerpen hebben dus al de revue
gepasseerd eer mijn stamtafel vol zit. Wanneer ik daar aan denk is alles toch
in een sneltreinvaart gegaan, de communicatie is een middel om in contact te
blijven, wanneer je die mist, en dan niet het missen van het er niet zijn maar
eerder van het niet oppikken, blijft er een gat tussen zitten, ergens in t
verleden ben je gestopt met het oppikken van gesprekken, en wat er daarna
besproken wordt komt dan niet meer binnen, je hebt de klok horen luiden maar
weet niet waar de klepel hangt, de verbinding is weggevallen, je bent de draad
kwijt, geen wifi. Alle vier voorbeelden van gebrekkige communicatie, in de
ruimste zin van t woord…. klokluiden om aankondiging te doen ergens in 1800,
verbinding viel weg in 1940-1945, de draad aan onze telefoon waren we begin
jaren 90 van de vorige eeuw kwijt, en de wifi die hapert is van deze tijd. Communicatie is dus van alle tijden, zonder
communiceren bereik je niets, kom je niet verder dan wat er binnen in je zelf
gebeurd. Het enige wat je dan nog hoort is waarschijnlijk het suizen van het
bloed in je hoofd, dus mocht je denken dat de communicatie veel te gek geworden is dan bedenk dat praten aangeleerd is
daarvoor en niet om stil te zijn...... k is als een herkenbaar middel dat er
voor mij voor zorgt dat ik bij de tijd blijf. Ook nu wanneer ik de nieuwste
songs hoor denk ik wel eens, was ik nog maar jong. Een tijdje heb ik ook
gehouden van de nieuwe housemuziek. De beat deed iets in mijn hoofd, er kwam
een gevoel bij kijken of ik alles los kon laten. Dansen kon je der niet op maar
je lijf en benen konden het ook niet laten om stil te blijven staan. Het zette
je aan tot rare movements van je armen en benen. Meestal handen in de lucht en
door je knieën zakken en kleine stapjes met je voeten. Het ritme voel je ook
echt binnen komen. Sommige jongelui kunnen dat uren volhouden, dat is aan mij
niet besteed, één nummer, of set zoals dat genoemd wordt (kan ook 50 minuten
duren) is voor mij meer dan voldoende. En ga graag over weer naar de vertrouwde
klanken. Maar muziek maken is ook een mooie beleving. Een aantal jaar heb ik
schuiftrombone gespeeld. Ik wist niet dat ik t in me had. Wist geeneens dat ik noten
kon lezen, laat staan dat overbrengen op mijn schuif en er dan ook nog samen
met een groep mede muzikanten een lied neerzetten. Het samenspel van
muzikanten, instrumenten en plezier in muziek maken verbaasd me nu nog. Wat je
graag wil kan je ten gehore brengen. Soms waren dat vrij pittige muziek
stukken, het duurde even voordat we ze onder de knie hadden, maar eenmaal goed
geoefend en met de nodige durf kwam er een mooi stukske muziek tevoorschijn.
Het geeft ook ontspanning, en t maakt dat je een goede ademhaling krijgt
wanneer je een blaasinstrument bespeeld. Dus eigenlijk is het nog gezond ook.
Later toen ik geen muziek meer maakte heb ik het zeker gemist, niet alleen t
muziek maken zelf maar de saamhorigheid, t samen spelen, t samen doen en er samen
voor zorgen dat het goed kwam met de noten in de juiste volgorde spelen. Toch
heb ik nu ook nog steeds wat met muziek. Ik zing in een popkoor. Is welleswaar
een heel andere genre maar heeft wel degelijk ook met muziek te maken. Ook
ieder zijn eigen partij, en dat maakt een simpel lied tot iets heel moois. Maar
steeds weer dat samenspel tussen mensen, met hun instrumenten, hun stemmen,
maakt dat je er wat van kan maken, als je maar je best doet en het heel graag
wil. Dat zouden meer mensen moeten doen, samen er iets van maken, dan zou de
wereld er een stuk mooier en vrolijker uitzien. Liefs Brigitte
maandag 23 mei 2016
Muziek loopt als een rode draad door mijn leven. De klanken van popmuziek op de eerste plaats. Vaak brengt het mij weer terug in mijn jongere jaren, en kan ik bijna t gevoel voelen wat ik toen beleefde. De klanken van mijn favoriete popgroepen, met de gillende gitaren en drumsolo’s herken ik dan ook meteen. Waan me daarbij even terug in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. T fenomeen muziek is als een herkenbar middel dat er voor mij voor zorgt dat ik bij de tijd blijf. Ook nu wanneer ik de nieuwste songs hoor, denk ik wel eens, was ik nog maar jong en onbezonnen. Een tijdje heb ik ook gehouden van House Muziek. De beat deed iets in en met mijn hoofd, er kwam een gevoel bij kijken of ik alles los kon laten. Dansen kon je er niet op, maar je lijf en benen konden het ook niet laten om stil te blijven staan. Het zette je aan tot rare mouvementen van je armen en benen. Meestal je handen in de lucht en door je knieën zakken, en kleine stapjes met je voeten maken. Het ritme voel je ook echt binnen komen. Sommige jongelui kunnen dat uren volhouden, dat is aan mij niet besteed. Een nummer of set zoals dat genoemd wordt (kan soms ook wel 50 minuten duren) is voor mij dan al meer dan voldoende. Daarna ga ik graag weer over op de vertrouwde klanken. Muziek maken is ook een beleving een emotie. Een aantal jaren heb ik schuiftrombone gespeeld. Ik wist niet dat ik dat in me had, wist geeneens dat ik noten lezen kon, laat staan dat overbrengen op mijn schuif en er dan nog samen met een groep mede muzikanten een lied neer zetten. Het samenspel van muzikanten, instrumenten en plezier hebben in t maken van muziek doet me tot op de dag nog steeds van mezelf versteld staan, en verbaasd me nu nog. Wat je graag wil kan je ten gehore brengen. Soms waren dat vrij pittige muziekstukken, die even duurde voordat we ze onder de knie hadden, maar eenmaal goed geoefend en met de nodige durf kwam er een mooi stukske muziek tevoorschijn. Het geeft ook de nodige ontspanning, en het zorgt ervoor dat je een goede ademhaling krijgt wanneer je een blaasinstrument bespeeld. Dus hiermee verbeter je zonder dat je t in de gate hebt je gezondheid. Later toen ik geen muziek meer maakte heb ik dat zeker gemist, niet alleen t muziek maken zelf maar eerder de saamhorigheid, t samen spelen. Toch blijf ik wat houden met muziek. Tegenwoordig zing ik in een popkoor. Is weliswaar een totaal ander genre, maar t heeft ook wel degelijk met muziek te maken. Ieder zingt zijn eigen partij, en dat maakt een simpel lied tot iets heel moois. Steeds weer dat samenspel tussen mensen, met hun instrumenten, hun stemmen maakt dat je wat bereikt, wanneer je je best doet en graag wil. Dat zouden veel meer mensen moeten doen, samen werken, samen er iets van maken. Alleen ga je sneller, maar samen kom je verder, dan zou t leven er een stuk leuker en ontspannener uit zien. k is als een herkenbaar middel dat er voor mij voor zorgt dat ik bij de tijd blijf. Ook nu wanneer ik de nieuwste songs hoor denk ik wel eens, was ik nog maar jong. Een tijdje heb ik ook gehouden van de nieuwe housemuziek. De beat deed iets in mijn hoofd, er kwam een gevoel bij kijken of ik alles los kon laten. Dansen kon je der niet op maar je lijf en benen konden het ook niet laten om stil te blijven staan. Het zette je aan tot rare movements van je armen en benen. Meestal handen in de lucht en door je knieën zakken en kleine stapjes met je voeten. Het ritme voel je ook echt binnen komen. Sommige jongelui kunnen dat uren volhouden, dat is aan mij niet besteed, één nummer, of set zoals dat genoemd wordt (kan ook 50 minuten duren) is voor mij meer dan voldoende. En ga graag over weer naar de vertrouwde klanken. Maar muziek maken is ook een mooie beleving. Een aantal jaar heb ik schuiftrombone gespeeld. Ik wist niet dat ik t in me had. Wist geeneens dat ik noten kon lezen, laat staan dat overbrengen op mijn schuif en er dan ook nog samen met een groep mede muzikanten een lied neerzetten. Het samenspel van muzikanten, instrumenten en plezier in muziek maken verbaasd me nu nog. Wat je graag wil kan je ten gehore brengen. Soms waren dat vrij pittige muziek stukken, het duurde even voordat we ze onder de knie hadden, maar eenmaal goed geoefend en met de nodige durf kwam er een mooi stukske muziek tevoorschijn. Het geeft ook ontspanning, en t maakt dat je een goede ademhaling krijgt wanneer je een blaasinstrument bespeeld. Dus eigenlijk is het nog gezond ook. Later toen ik geen muziek meer maakte heb ik het zeker gemist, niet alleen t muziek maken zelf maar de saamhorigheid, t samen spelen, t samen doen en er samen voor zorgen dat het goed kwam met de noten in de juiste volgorde spelen. Toch heb ik nu ook nog steeds wat met muziek. Ik zing in een popkoor. Is welleswaar een heel andere genre maar heeft wel degelijk ook met muziek te maken. Ook ieder zijn eigen partij, en dat maakt een simpel lied tot iets heel moois. Maar steeds weer dat samenspel tussen mensen, met hun instrumenten, hun stemmen, maakt dat je er wat van kan maken, als je maar je best doet en het heel graag wil. Dat zouden meer mensen moeten doen, samen er iets van maken, dan zou de wereld er een stuk mooier en vrolijker uitzien. Liefs Brigitte
Voetbal
Voetbal.
Wanneer je over voetbal praat dan heb je de gemoederen zo
aangewakkerd. De een is voor A, de ander ziet liever Z, en daar tussen zit nog
een heel arsenaal aan rennende jochies die gedreven achter een bal lopen of hun
leven ervan af hangt. Tenminste, dat wordt van hen verwacht, of ze ook dat als
zodanig doen ook daar kunnen de gemoederen aardig verhit van worden. Het
miljoenen elftal is tot op heden nog niet uitgevonden, want ieder jaar vechten
18 teams om een titel of cup. Ieder weekend van vrijdag avond tot zondag laat
in de middag gaan er 36 teams de strijd aan met…. in mijn ogen zich zelf. De
eerste voetbal ervaring deed ik op toen ik een kind was als dochter van een
voetbalminnende vader. Om de 14 dagen op zondagmiddag met mijn ouders en
broertje te voet naar t voetbalveld van de plaatselijke club. Aan de hand mee
huppelend, kaatsenballen mee, springtouw mee of schoenpoetsblikje met zand om
te hinkelen, en daar ging ik. Aangekomen op t voetbalterrein zoals dat toen nog
genoemd mocht worden, ging ik al gauw mijn eigen gang. Op zoek naar slachtoffer
die mee wilde spelen. De meeste meisjes deden dan wel even mee, maar al die
dingen die ik zelf meezeulde konden mij toch niet al te lang bezighouden. Ik
speelde graag in de bossen langs de lijn, letterlijk en figuurlijk. Mijn ouders
waren zich er wel terdege van bewust dat hun dochter niet een echte voetbal
liefhebber was, maar lieten mij vrij om daar toch heerlijk te spelen en te
genieten met andere kinderen. Zo is dat jaren door gegaan, mee naar voetbal, en
daarna wat drinken in de kantine, een zakje nibit of in de zomer een ijsco en
ik was al lang tevreden zolang ik maar niet langs de lijn hoefde te staan maar
mocht spelen aan de andere lijn, de spoorlijn. Jaren later gaat het ongeveer
ook zo, maar dan net andersom. Als moeder van 2 zoons ervoer ik dat t
voetbalbloed toch ook hen besmet had. Al was hun vader destijds totaal geen
voetballiefhebber, toch kozen mijn zoons de balsport als hun hobby. Beide
jongens konden een aardig balletje trappen, ze hadden inzicht, waren sportief,
hadden vriendjes bij voetbal, waren balbewust, speelde met de bal en gingen
zelfs wanneer de bal de juiste kleur en het juiste embleem had ermee slapen. Ik
als hun moeder stond iedere zaterdagochtend op t sportpark, zo was inmiddels t
voetbalterrein gaan heten. Van 8.45 uur tot 12.00 uur stond ik daar te kijken
naar een groepje jongetjes die als een kluitje over t veld holden met
daartussen ergens een bal. Een keepertje in t doel dat madeliefjes plukte
wanneer er geen bal in de buurt was, of een duik maakte naar de verkeerde kant
wanneer er een bal op doel kwam. Vaak hoorde je dan vaders, moeders, oma’s
opa’s roepen en coachen tegelijkertijd. Ik heb dat nooit begrepen, of dat die
kleintjes enig zicht hadden op wat er naast t veld gebeurde, ze waren te druk
met het vinden van de bal in de grote ruimte waarop ze liepen. Nog geen weet
van buitenspel, swalbe of wat er nog maar meer voor kon zorgen waardoor een
spel werd stil gelegd. Dat was zonde van de tijd, we komen om voetbal te
spelen, niet om rond te kijken wat er gebeurd als de bal gepakt wordt door de
scheidsrechter. De uitslag van de wedstrijd was ook van belang, zover was hun
gedrevenheid wel aangewakkerd, wonnen ze met 7-2 dan rees al gauw de vraag of
de keeper van de tegenstander met vakantie was, verloren ze met 2-7 dan was de
mededeling dat t toch wel erg grote jongens waren waar tegen ze zojuist gepeeld
hadden, bleef de stand gelijk dan zag je blije gezichtjes, waarvan afgelezen
kon worden dat ze tevreden waren. De talentjes bleven voetballen, speelde van
de Fjes tot het senioren 5, en een competitie binnen een vriendengroep. Maar de
lol van t voetbal bleef er wel in zitten. Later werden de uitslagen natuurlijk
heel anders beoordeeld, het was niet de tegenstander die te groot was wanneer
er verloren werd, maar de “scheids” had het gedaan. Een gewonnen wedstrijd werd
heel cool bekeken, dat was stoer, en gelijkspel leek wel of er niet gevoetbald
was, want het had je nergens gebracht. Ook werd er op een andere manier voetbal
beleeft en werd voetbal oorlog genoemd, werd er buitenspel uitgelokt, werd
swalbe ingezet om de tegenstander te provoceren en was t fluitsignaal van de
scheidsrechter een middel om de wedstrijd stil te leggen waarbij er verbaal
veel uitingen gedaan werden waardoor de wedstrijd nog langer stil kwam te
liggen. Dit is in zo’n groot contrast met de zelfde gebeurtenissen 20 jaar
daarvoor, dat je je afvraagt of t ooit tot de jongens is doorgedrongen dat t
gewoon een spelletje is. Net zoals al die miljonairtjes nu, die ieder weekend
hun slag proberen te slaan in de dure stadions, ieder voor zich een wedstrijdje
uitvechten, als kleine zelfstandige een eenling zijn in een voetbalteam, hun
zaakgelastigde de opdracht geven om een kijkje te gaan nemen elders in de
wereld, zichzelf als over t spreekwoordelijk paard getild gedrag vertoont, maar
nooit meer terug denken aan de tijd dat ze als klein jongetje, als een kluitje
over een veld holde, met daartussen ergens een bal rollend of als keepertje
madeliefjes plukte.
Abonneren op:
Posts (Atom)