zondag 31 juli 2016

Vallende sterren

Altijd een fenomeen, vallende sterren kijken, ook wel meteoren regen genoemd. De eerste weken van augustus en de laatste weken van november zijn daar kenmerkend voor. Ook op sommige tijden en periode daarbuiten maar dan heet het toch anders. Met de vallende sterren zijn we in t verleden menig uur bezig geweest. Nachtelijke uren wel te verstaan. Het begon in 1979, met mijn ouders op vakantie in Geel in België. Open ruimte, weinig straat verlichting een ideale combinatie om je stoel plat te leggen, of een matrasje op de grond en de hemel af turen of je ergens er één kon spotten. En wanneer er dan één door de nachtelijke horizon scheerde dan schrok je toch wel een beetje, het verbaasd je dan toch, zo'n lichtflits die je dan waarneemt. Je bent er op voor bereid maar tegelijkertijd ook weer niet. Wij hebben daar dan ook echt menige vrienden en familieleden mee besmet. Het bezoeken van sterrenwachten tot een film bekijken in t omniversum hoe dat de riem van de grote beer toch in t echt eruit ziet, of waar de voer man zich bevind, want dat is in augustus toch weer anders dan in november. Dan is de Poolster zoeken geen probleem, die staat 52 weken per jaar op de zelfde plaats, aan t uiteinde 5 delen van de pan van de steelpan (grote beer). Daaromheen gaat dan ons hele sterrenstelsel omheen. Zo ook een keer op de camping. De jongens wilde die nacht tijdens het vallen van sterren buiten slapen. Geen probleem, we waren in de buurt voor t geval er iets was, en wat kan er nou gebeuren op een camping vol met gezinnen. Zo gezegd zo gedaan, luchtbedden, midden op t veld, slaapzakken erop, joggingbroek en trui aan ipv pyjama, en onder t luifel lieten we de verlichting aan en zo ook de andere ouders van de andere stoere jongens die mee sliepen. T was wel spannend, dat zag ik wel aan de snoetjes, de opgewondenheid en t regelmatig naar de toilet lopen. Enkele andere kampeerders op t veldje haalde hun schouders op bij t woord vallende sterren, of satellieten, die kon je toch niet zien, zitten veel te hoog, hoort niet bij onze aarde, onze planeet. Ik vond het dan ook maar wat knap  en was best trots dat mijn mannekes dan uit gingen leggen dat de vallende sterren een soort van vuile zwerm was die door de dampkring  naar de aarde kwamen door de zwaartekracht en dat het verbranden in de dampkring de lichtflitsen veroorzaakten. En de satellieten wel degelijk zichtbaar waren als kleine lichtpuntjes die één kant op bewogen. En dat die in een baan rond de aarde vlogen. Dan haalde mensen hun schouders opnieuw op en zag je ze denken, ja ja snotneuzen, of een eindje verder hoorde je ze zeggen " mafkezen"! Dat nachterlijk avontuur verliep niet echt vlekkeloos, de eerst, onze kleinste was met een uurtje binnen, zak chips op en vond het toch wel eng, en had het ook erg koud. Onze oudste bleef nog daar midden op dat veld. Nou slaap je als ouders niet erg gerust wanneer je weet dat je kind midden in de nacht daar buiten vertoeft. Met één oor luister je goed wat zich daar afspeelt en ik betrapte me er op dat ik ook regelmatig de toilet opzocht. Valt ook níet mee, in het donker, geen straat lantarens, alleen t schijnsel van de maan, en de sterren die hun best doen om te vallen, je een weg te banen over scheerlijnen, haringen, luifels en slapende kinderen naar t toiletgebouw. Daarna maar weer in de vouwwagen gedoken en proberen te slapen. Maar ik zou ik niet zijn wanneer ik toch ook nieuwsgierig geworden was en ook wel benieuwd was naar de sterren die vallen zouden midden in de nacht. Dus mijn luiewammes maar gepakt en ook maar opnieuw de hemel af turen. Tegen het licht worden toch maar in slaap gesukkeld, en maar op tijd broodjes gehaald bij de bakker om de stoere jongens van een stevig ontbijt te kunnen voorzien. Die vakantie is er nog wel een keer buiten overnacht. Volgende vakanties hebben we steeds in de eerste weken van augustus opnieuw de hemel af getuurd, mede kampeerders enthousiast gemaakt over de vallende sterren en satellieten die wel degelijk te zien zijn, en wanneer ik dan in mijn luiewammes viel midden in de nacht, dan zei ik tegen hen, en dit is vanavond de grootste en mooiste en meest s schitterende vallende ster die je ooit zag. Dus mochten jullie dadelijk denken waar is die ster, die kijkt naar soortgenoten om te zien of ze vallen!

dinsdag 26 juli 2016

Dreams

T was altijd een strijd om te kunnen worden die je nu bent, een mens maakt wat mee. Nu ik zo terug kijk op de jaren die achter me liggen kan ik wel zeggen dat het een les was, een wijze les daar twijfel ik soms aan, maar een les was het zeker. Dat probeer ik in t dagelijks leven ook nog steeds toe te passen. Met vallen en opstaan, met struikelen en doorgaan, fietsen soms met zijwielen om balans te houden, en zeker met 2 treden tegelijk de trap op, omdat ik anders bang ben niet af te kunnen maken wat ik me voorgenomen heb vandaag te doen. Soms hoop ik wat meer rust te vinden, in mijn leven, probeer daarbij  mijn muziek als een leidraad doorheen  te laten lopen. Of het nou het bespelen van mijn schuiftrombone was, mijn zang kwaliteiten te laten klinken (uhum) of juist de radio keihard wanneer er een lied van een van mijn favorieten klonk. Daar heb ik wel erg veel aan te danken. Een van mijn herinneringen was het lied van Boudewijn, Kalverliefde. Samen met mijn vriendin op haar zolder kamertje, net gedumpt door ons eerste vriendje, en bij het horen van de eerste klanken van dat nummer in tranen uitbarsten en precies aan kunnen wijzen waar de pijn zat. Of juist bij t nummer van Fleedwood Mac's Dreams elkaar aan te kijken waar we ook maar waren en meteen onze ogen vol met tranen liepen, om t geen wat we mee gemaakt hadden, in onze ogen destijds het meest pijnlijke wat we maar mee konden maken. Nu had ik in mijn jonge leventje destijds nog niet veel te vrezen gehad van de boze onzekere wereld. voor mij leek hij een groot speelveld, met hier en daar letterlijk een molshoop, of een polletje gras dat niet goed gemaaid was of niet gelijk gegraasd was door een kudden koeien. Mijn vriendin daar in tegen had al de nodige zorgen en verdriet gehad, al zou ze daar niet of nauwelijks met andere over praten. Wij samen wel, hoe t was om als kwetsbaar pubermeisje je weg te moeten vinden in een grote wereld waarvan je eigenlijk goed wist dat hij niet altijd fijn en speelbaar zou blijven. Het ziek worden en overlijden van haar moeder maakte het voor haar niet makkelijk om zich staande te houden, en de veranderingen die het voor haar, haar vader en zusje en haar kleine broertjes teweeg bracht, maakte niet altijd dat ze het gemakkelijk vond om op te moeten groeien tot een volwassen vrouw. Ik kan nu zeggen dat ze dat prima heeft gedaan, ben zelfs hartstikke trots op haar zoals ze t gedaan heeft en de zich de afgelopen jaren opnieuw door alle tegenslagen heeft weten heen te worstelen. En dat zeg ik haar ook zo vaak, in de hoop dat ze t ook maar een klein beetje mee neemt op haar verdere pad. Het leven voor mij werd pas ingewikkeld, toen ik als pubermeisje ineens te maken kreeg met een machtsspelletje. Ook toen was er dat, is echt niet iets van de laatste tijd. Daar in die tijd werd muziek voor mij nog belangrijker. Ik kon daar mijn compleet gevoel in kwijt, mijn angst, boosheid en frustratie. Het niet kunnen delen van mijn ervaring daarmee zorgde dat ik in een bepaalde positie terecht kwam waar ik alleen geen uitweg zag, en begon soms raar gedrag te vertonen. Nu ik ouder ben is dat echt geen raar gedrag, eerder een Call For Help. Maar er was niet iemand die mij hoorde. Dus bleef ik alleen met mijn gevoel, boosheid en ellende. Niet dat ik er spijt van heb dat ik er niet mee naar buiten ben gekomen, nee eerder, dit was ik destijds, mijn gevoel weg stoppend, niet over praten dan is het er niet, terwijl ik nu een enorme hekel heb aan mensen die zich zo gedragen. Ik kan er niet goed tegen wanneer mensen struisvogelpolitiek bedrijven. Zich altijd verschuilen achter, ik wist het niet, niet gezien, niet gehoord, snap er niks van of de letters sssst....meteen weten uit te brengen. Door de jaren heen heb ik goed geleerd hoe t voelt om niet met je gevoel naar buiten te komen, of in sommige gevallen te mogen komen. Mede door de positie waarvan vele van jullie die dit lezen wel weten waar ik midden in zit, heb ik geleerd om te mogen vertellen wat mij, of in dit geval ons, overkomt dagelijks. Het steeds te moeten vallen en opstaan, struikelen en doorgaan, opnieuw leren fietsen met zijwielen om de balans te vinden heeft ons wel geholpen om een weg te openen, te banen tussen wat kan en niet kan, wat mogelijk is en waar bij we hulp vragen, waar we eens waren en wat we hebben moeten inleveren, waarbij we dansen in de regen en daarna heel hard moeten rennen om toch te willen schuilen. Het steeds af te moeten wegen past dit in ons patroon, structuur of is de energie er nog.... Dan komt ineens het nummer "Dream" weer daar. En blijkt het toch, en was het in 1977 een tranendal, ook nu weer ineens een plek in me raakt, die mij steeds weer terug brengt naar de realiteit van vandaag de dag. Waarin ik nog steeds een dromertje ben en hoop, misschien tegen beter weten in, dat ik toch nog een keer t gevoel mag hebben van onbezorgdheid. En reken maar, wanneer ik in een gekke bui ben, ik dat gevoel ook zeker nog oproepen kan, vraag maar aan mijn vriendin......

maandag 18 juli 2016

Zomer in Nederland

Zo lang als ik me kan herinneren is er in de maanden juni tot en met augustus een soort van komkommertijd in Nederland. Niet veel nieuws, geen uitspattingen, t enige waar de journalisten het zo over hadden was of teveel regen, een druilerig weertype, te droog, of een hittegolf. Of er moest een aanslag zijn, of een groot ongeluk, maar meestal was het rustig in de zomer maanden. Meer dan de helft van Nederland vierde dan ook vakantie, scholen gesloten, fabrieken en bouwplaatsen waren afgesloten. De uittocht naar vakantie oorden was begonnen. Zo ook bij mij thuis vroeger. Voor de geboorte van mijn broertje in 1968 gingen wij, mijn ouders en ik jaren op een rij op vakantie in Duitsland. Papa met zijn volkswagen kever, kattenbak vol geladen en daar gingen we. Voor 2 weken kamperen aan t riviertje de Ahr, tussen Altenahr en Ahrweiler in de Eifel. Zoals ik t me kan herinneren tent opzetten aan de oever van t riviertje, in het grind, met daarachter gelegen het hotel waar de "campingplats" bij hoorde. De eigenaar van het hotel en de camping zag tot ieders verbazing ieder jaar " die Hollandische gåsten" terug komen. Leerde die t nou nooit, moet hij gedacht hebben op een zeker moment. Al tot 2X toe heeft hij zijn campinggasten in t midden van de nacht moeten wekken, met de mededeling dat het water van het riviertje wel erg hard steeg, en dat het onverantwoord was om daar een gezin met een klein kind te laten bivakkeren. Dus werd ik jaar na jaar uit mijn slaapzak geplukt in t midden van de nacht en moest ik samen met mijn moeder in het hoger gelegen  en veilige hotel slapen. Flarden van herinneringen komen daarbij boven. Ik weet niks meer van de onheilspellende nachten, of het onweer en zware regenval waarover mijn ouders mij vertelde maar wel over de ochtenden dat ik naast mijn moeder wakker werd, vroeg waar papa was, en dat ik daarna een kaiserbrödchen kreeg van Heinz, de hoteleigenaar, als ontbijt. Ook kan ik me nog wel herinneren dat ik daarna daar mocht blijven, kon spelen met de dochter die van mijn leeftijd was, omdat mijn ouders de puinhoop rond en in de tent op moesten ruimen. Ik heb beelden in mijn hoofd dat we met lange stokken over terras liepen, achter elkaar, melk dronken, wat uit een kannetje kwam, waarschijnlijk dus rechtstreeks van de koe, we van gasten een koekje kregen, en dat de vrouw van Heinz, geen idee hóe ze hete, mijn vader sprak alleen over Heinz, mij in een tobbe liet zwemmen en we daarna mee mochten naar de kelder om iets te gaan doen. Wat???? Dat weet ik niet, de trappen en het donkere hok hebben een indruk achter gelaten, dat is het enige wat ik er nog van weet. Deze indrukken blijven deel uitmaken van je leven, je neemt ze mee. Soms denk je er maanden niet aan, en ineens zijn ze er weer. Zeker in de zomer, wanneer iedereen weer erop uittrekt, en nu een van mijn eigen zoons, schoondochter en hun zoontje ook met een tent net vertrokken zijn naar een camping, weliswaar niet naar de Ahr in Duitsland maar naar Frankrijk, ook aan een rivier. Ik ben jaren later nog eens terug gegaan naar dat plekje aan de Ahr, kijken of het echt zo mooi was als wat mijn herinneringen zei. En ik moet toegeven, het was een mooi, knus plekje, beschut, grindgrond, veel groen, wijnranken, rust en helder water. Heinz, zijn vrouw en dochter heb ik niet gezien maar ik weet zeker dat ook zei nog wel eens terug denken aan die Hollanders die gewoon te bed gingen tijdens een overstroming. Maar dat zouden dan ook alleen mijn ouders dan maar doen.

donderdag 14 juli 2016

Rebels

Mijn vrije dag, heerlijk even niks, en mijn foto's van vroeger even bekijken, laatst had ik de kast opgeruimd, en heb daar een hele lading foto's gevonden in een doosje, losse foto's, van alles en niks, opa's en oma's, ooms, tantes, neven en nichten, oude buurvrouwen, vriendjes en vriendinnen van mijn broer en mij. Op t moment dat ik dat doosje open ruik ik het verleden, raar dat aan een stapeltje oude foto's een geurtje hangt, je kan t niet thuisbrengen wat voor geurtje, maar zodra je t ruikt herken je het meteen. Deze keer neem ik het doosje mee naar buiten, en aan de tuintafel leg ik alles neer. sommige zijn echt oud, en weet ik niet wanneer die genomen zijn, en herken er eigenlijk niemand van. Andere daarentegen roepen meteen een herinnering op. Waarom lijkt het zo dat vroeger alles mooier en simpeler was, makkelijker, fijner en beleefde je de dingen veel heftiger dan nu. Terug in het verleden duiken brengt ook wat oud zeer mee, dingen waarover ik liever niet schrijf, maar die er wel waren. En wanneer ik aankom bij een foto van mij wanneer ik een jaar of 15 ben zie ik ook dat er verschil is in t licht in mijn ogen in vergelijking met een periode daarvoor. Ben ik dat echt geweest, heb ik dat echt overleefd en ben ik daar zo uitgekomen, ik mag dan ook trots zijn op mezelf. Ik ga even verder, kijk nog even verder in het doosje. een rood doosje, waar vroeger de sigaren van mijn opa in zaten, ik weet het nog zo goed, ik heb het dus al die tijd bewaard, al 38 jaar. Waar is die 38 jaar gebleven, achter me, voor me, misschien wel bij me, ik verwacht dat eerder. Neem nou echt even de tijd die je hebt om terug te kijken, naar wat er ooit was, ik ging er voor zitten, bedacht wat het me heeft gebracht, en wat ik er aan overgehouden heb. Het allerbelangrijkste, mijn ouders die waren altijd daar, er ging geen dag voorbij of ze hielpen me waar kon, stimuleerde me en gaven me de vrijheid. Geen armoede maar gewoon, niks teveel te makken, en altijd iets lekkers bij de koffie of limonade. De fietstochten die we maakte mijn broertje bij mijn moeder voor op de fiets, en ik, mijn vader had een kinderzadel op zijn stang bevestigd en daar mocht ik dan op. Papa zei dat dat veel gezelliger was dan achterop. En gelijk had hij, zoveel mooie herinneringen daaraan. Oja hier een foto van een vakantie in Duitsland. Met een oom en tante en hun beide kinderen, ik kan me er niet zo heel veel van herinneren maar flarden vertellen mij dat het er leuk was, de bergen in en wandelen, dat is de gedachten die ik oproep. Kijk hier nog een foto van spelen in de tuin van mijn geboortehuis, verkleedpartijen, en verjaardagen, leren fietsen.... En dat alles om uit te groeien naar een rebels mens. Niet dat ik dat als tiener al was, nee integendeel zelfs, maar later toen ik meer zelfvertrouwen kreeg zeker wel meer rebels werd. Nu ik daarop terug kijk denk ik wel eens, mmm dat had je anders kunnen organiseren, of kon ik toen niet overzien dat er een betere manier was, of een minder risicovolle. Ik heb mijn best gedaan om dingen daarna goed te maken, beter te doen, met onze kinderen meer bespreekbaar gemaakt, of ze daar in mee gingen, soms wel soms niet, ook zij werden tieners en deden dingen die niet altijd sociaal aanvaardbaar waren, en ik maar hopen dat er straks een paar mensjes rondlopen die graag naar mijn oude foto's kijken, als onze kleinkinderen weten waar wij het over hebben als we over lp's en foto's praten. Ze zullen het zeker hebben over het vangen van Pokemon en het spelen met een computer die niet groter is dan een telefoon nu. Ach, mijn kinderen roepen nu al, dat was vroeger, nu is het veel beter..... Ja Ja... Welke idioot vangt er nu op de fiets Pokemons. En dat noemen ze gewoon. Moet niet gekker worden.... maar dat zal zeker wel.

donderdag 7 juli 2016

Censuur,

Mede door alle idiote uitspraken van gekke dingen de afgelopen tijd voel ik bijna de drang om eens flink uit te halen naar alle Denkers, hard roepende PVVers, LBR, Raadsleden die denken alles maar te mogen zeggen, NOIS, Nederland mijn vaderland, BMJPVZP, en wat er al niet meer van alles roept, en wat een flinke onrust en onvrede in de samenleving brengt. Kolen op een vuurtje gooit, provoceert, indoctrineert, en kwetst waarbij je de ander bewust raakt of juist een mening oplegt. Normaal meng ik me niet in politiek, statements of publieke discussies, toch vind ik het nu een beetje te gek worden. Niet dat er ook maar iemand zich daar iets van aan moet trekken, maar ik ben al deze geluiden zo zat. Ook dat zal het niemand wat kunnen schelen wat ik vind, maar als ik t dan maar kwijt ben, dan heb ik mijn zegje gedaan en wat er een ander mee doet, is voor hem. Ik heb als Nederlander ook mijn recht, niet om te schreeuwen maar te schrijven. van voor en tegenstanders. Het gaat niet over t kleurtje, het haar, de oorbellen, de kleding, het geloof. Nee waar het volgens mij omdraait is haantjes gedrag, wie is het sterkst, wie heeft t mooiste leven, wie maakt de mooiste verhalen, wie kan het hardst roepen, wie heeft de meeste aanhangers, wie kan t beste de ander op zijn gevoel in praten, wie bepaald de regels en wie mag alles zeggen en vooral wie moet er zwijgen en wie is uiteindelijk de winnaar. Ik persoonlijk probeer me afzijdig te houden, er niet teveel van mee te krijgen, het is per slot van rekening hartje zomer, en het duurt nog zeker lang voor dat het december is. Maar nu kan ik geen nieuwsbulletin meer kijken, geen actualiteiten programma volgen, geen sociaal media forum openen, of er komen een paar schreeuwers langs. Het is toch van de zotte dat we dat niet overlaten aan mensen die duidelijk zijn, een goed verhaal kunnen doen, of juist praten over wat echt belangrijk is. Ben ik dan zo wanhopig dat ik graag een goed gesprek volg, over de misstanden bij defensie, waar onze toekomstige militairen moeten sneuvelen in Mali, of over de tekorten bij Jeugdzorg en de jongeren bij pleegouders weg moeten omdat ze 18 zijn, en dan maar op zichzelf zijn aangewezen. Of wat te denken de woning nood onder jongere, waarbij zij niet een begin kunnen maken met het starten van hun eigen leven, en een toekomst kunnen beginnen voor zich zelf. Of wat er al niet meer aan de orde van de dag is. Het zal niet gemakkelijk zijn wanneer je journalist bent, je mag alles schrijven, geen censuur, maar bedenk wel dat onrust in de samenleving brengen een verantwoordelijkheid met zich mee brengt. Je daar een deel van een volk mee opzadelt en eigenlijk alleen maar met hun hart luisteren en niet met hun oren. Waar dat vandaan komt, ik denk dat we dat als mensen hebben geleerd de afgelopen decennia, we mondiger zijn geworden, maar dat betekend niet dat we alles mogen en kunnen zeggen om te kwetsen. Daar hangen dan zeker ook consequenties aan. Ik zou willen vragen aan menig journalist daarover na denkt alvorens hij ook maar een letter op papier krijgt. Moet ik eigenlijk nu ook doen, maar ik ben t kwijt voor nu.....

vrijdag 1 juli 2016

Ik zou maar een klein meisje zijn in Oss. Wakker worden na mijn middag slaapje, mijn 3 wielertje zien staan, erop gaan zitten en een eindje gaan toeren. Ik maak zelfstandig de poort los, ga opnieuw op mijn fietsje zitten, gaat t gangetje door, aan t einde rechtsaf, want dat is immers de weg die we ook gaan als we mijn zusje van school halen, daarna kom ik een buurmeisje tegen, klets even met haar over t slechte weer. Ze vraagt nog aan me waarom ik geen broek aan heb, maar mijn antwoord is, nee joh ik ben een bikkel, ik kan wel wat tegen de kou, ben meer gewend. Ik zwaai haar nog gedag en fiets door. O ja goed uitkijken zegt mama hier altijd, links rechts links, toch??? Ik twijfel even, kijk achterom of iemand mij ziet, en daar ga ik, op weg naar...bestemming onbekend. Ik fiets wat rond, en bedenk me dat ik bij de eendenvijver kan gaan kijken hoe t met de jonge eendjes is, of hun mama goed voor hen zorgt. He wat jammer, ik heb nu net vandaag geen brood meegenomen. Dan doe ik dat de volgende keer maar. Ik vervolg mijn weg en kijk even naar één kant, daar staat een mevrouw voor t raam, ze zwaait naar me, wat lief van die mevrouw, ik zwaai vriendelijk terug naar haar. Ik kijk nog een keer om wanneer ik haar huis voorbij fiets, vriendelijk van die mevrouw, denk ik dan. Ze kent me waarschijnlijk van mijn zusje. Of toch niet, ik weet t niet. Mijn beentjes worden toch wel een beetje moe, ik ben al best ver, en de eendenvijver is ook nog niet in zicht. Heb ik misschien een verkeerde weg genomen. Ik wordt nu wel een beetje bang. Deze weg ken ik niet zo goed. Ik ben hier nog niet zo vaak geweest. Misschien moet ik t even vragen aan iemand. Ik kijk een beetje rond, maar zie niemand op straat. Gek waarom zijn er geen kindjes buiten om te spelen. Ik weet nu niet meer waar de eendenvijver is. En had ik maar naar mijn buurmeisje geluisterd en toch even een broek aan gedaan. Mijn beentjes zijn nu toch wel erg koud. Ik hoor een lawaai naast me op de weg. Dat is een meneer op een brommer, wat zou er in die kist zitten, zou hij me echt pizza komen brengen. Dat is leuk alleen zijn, je krijgt toch te eten, nu snap ik waarom opa zo'n dikke buik heeft. Hij heeft ook zo'n lieve meneer die dat bij hem komt brengen. De meneer zet zijn muts af  en begint tegen me te praten... Hey daar komen 2 mevrouwen aan, die ene is van net die zo vriendelijk zwaaide, en die andere ken ik niet. Ze lopen naar mij toe of gaan ze boodschappen doen? Nee, ze lachen heel vriendelijk naar me, en beginnen meteen met mij te kletsen. De meneer van t lawaai trekt zijn jas uit en legt die over mij heen. Hij ziet denk ik dat ik t koud heb. Was ik nou maar niet zo eigenwijs geweest en had ik toch maar een broek en jas aan gedaan. De mevrouw vraagt aan de meneer wat hij gezegd heeft, de meneer zegt, ze komen zo, waren toevallig in de buurt. De mevrouw vraagt hoe ik heet, ik zeg dat ik Sanneke heet. De andere mevrouw zegt tegen mij, waar woon je? Ik antwoord bij t speelveldje van de wipkip. Mevrouw krabt aan haar kin, begrijpt mij volgens mij niet. Dan maar door fietsen, hier blijven staan schiet ook niet op. En net wanneer ik probeer weg te komen, te laat.... nu wordt ik echt bang. Politie meneren!!! Ik raak in de war, ik wil eigenlijk huilen, ik wil naar mama en mijn zusje, ik heb het koud. De politie meneer neemt mij mee naar binnen bij de mevrouw. Ik krijg een beetje warm drinken, das wel lekker. Zie je wel, alleen zijn is niet zo erg, je krijgt best wel wat lekkers van mensen. Zeker van mevrouwen en pizza en politie meneren. De politie meneer vraagt welke kleur wipkip mijn speelveldje heeft. Hij vraagt ook of we bomen in onze straat hebben, en er vlakbij een winkel is. Dan gaat zijn telefoon, nee niet zijn telefoon, het is meer een praatding. 3745 anton pieter...Oke...Begrepen... We komen er zo aan.... Ja...Over! Ik wordt opgetild en de pizza meneer pakt mijn fiets en legt die achter in de auto, ik mag zonder stoeltje op de achterbank, ojee als mama dat wist werd ze heel boos, maar ik krijg wel een riempje om. En de mevrouwen zwaaien naar me, ik zeg misschien tot een volgende keer, ik weet nu waar U woont.... Al weet ik niet waar ik zelf woon maar mijn wipkip is in ieder geval blauw.